Nieuwsbrief van Zuster Emmanuel van 15 juli 2019. |
Dierbare kinderen van Medjugorje, "Lieve kinderen, ik heb, overeenkomstig de wil van de barmhartige Vader, duidelijke tekenen van mijn moederlijke aanwezigheid gegeven, en dat zal ik blijven doen. Mijn kinderen, dat is het moederlijk verlangen naar genezing van zielen. Het verlangen dat elk kind van mij waar geloof zou bezitten, zou leven om wonderlijke ervaringen te zien, zou drinken aan de bron van de woorden van mijn Zoon -- de woorden van leven. Mijn kinderen, mijn Zoon heeft met Zijn liefde en offer het licht van het geloof in de wereld gebracht en jullie de weg van het geloof getoond. Omdat het geloof pijn en lijden verheft, mijn kinderen. Waar geloof maakt gebed fijngevoeliger en brengt daden van barmhartigheid voort - het voeren van een gesprek met iemand, het geven aan een aalmoes. Mijn kinderen die geloof hebben - waar geloof - zijn gelukkig ondanks alles, omdat zij op aarde het begin van de hemelse vreugde beleven. Daarom, mijn kinderen, apostelen van mijn liefde, roep ik jullie op: wees een voorbeeld van waar geloof, breng licht waar duisternis heerst, beleef mijn Zoon. Mijn kinderen, als moeder zeg ik jullie: de weg van het geloof gaan, mijn Zoon volgen, kunnen jullie niet zonder jullie herders. Bid dat zij de kracht en liefde hebben om jullie te leiden. Moge jullie gebed hen altijd begeleiden. Ik dank jullie." De Kerk is de Bruid van Christus, en ze heeft uit Zijn mond de belofte te horen gekregen dat we eeuwig leven zullen hebben. Er is echter de Kerk als instituut, en er zijn de bedienaars van de Kerk. De heilige Kardinaal Journet zei eens: “De Kerk is zonder zonde, maar niet zonder zondaars. Niet zonder zondaars, we weten het maar al te goed. Ze is zonder zonde in die zin dat ondanks de onwaardigheid van haar bedienaars, ze me alle hulp, alle genaden geeft die tot heiliging strekt voor mijn eeuwig heil: zoals de heilige Mis, de Sacramenten, de godsvrucht tot de heilige Maagd Maria en de heiligen, het ambt, enz… Dat is de reden waarom ik er alle vertrouwen in blijf behouden”. De heilige Maagd heeft gezegd: “De Kerk, dat is mijn Zoon”. Er staat ook geschreven dat de vrijgekochten “het Lam volgen waarheen het ook gaat” (Apok. 14.4). Welnu, door wat is het Lam gegaan enkele dagen voor het uit de doden werd opgewekt? Tijdens Zijn doodstrijd was het onherkenbaar, verminkt. Zijn gekneusde gelaat was bedekt met bloed, modder, en spuug… Zijn verschijning had niets meer van een mensenkind. (Jes.52.14) Zijn gelaat werd geschonden, eerst door de zijnen, de Joden, zoals de Kerk nu door sommige priesters wordt beschadigd. De Kerk moet zich met Christus vereenzelvigen, en de gelijkheid aan haar Goddelijke bruidegom tegemoet gaan. Kwaadspreken over de Kerk en van haar bedienaars is hetzelfde als het zich afkeren van Jezus zelf, alsof men Hem zou zeggen “Wat bent U lelijk geworden, Jezus, wat bent U onafzichtelijk. Ga weg, Jezus, ik kan U niet meer zien. Ik verlaat U, ik kan het niet meer aanzien.” Aan de Kerk raken is raken aan Christus. De Kerk beminnen is Christus beminnen. De mystica Marthe Robin voorspelde een “nieuw Pinksteren van liefde”. Vlak vóór het eerste Pinksteren waren de tijden echter ook moeilijk. De apostelen moesten zich verbergen. Reeds in haar tijd (1912-1981) zei Marthe Robin “Wij stevenen af op een doodstrijd…” Ja de Kerk volgt het Lam. Maria nodigt ons uit één te zijn met haar moederziel, vooral in deze uren waarin zich zoveel ellende voordoet in het hart zelf van de Kerk. Maria vraagt ons niet om dit te ontkennen, maar ze nodigt ons uit samen met haar te lijden uit liefde voor Jezus in de diepe stilte van het echte medelijden. Haar moederlijk hart, doorboord met een zwaard van lijden, zoals de oude Simeon voorspelde, verwacht de verrijzenis. We zijn uitgenodigd in stilte met haar en zoals zij te huilen en te hopen op het moment van de overwinning, die met rasse schreden nadert. Als de Kerk nu in doodstrijd is, dan is dat een goed teken, dan is het dat haar herstel nabij is. Het is niet het moment om het schip te verlaten. Het is het moment van de volharding van de heiligen. Van had de frisheid en de geest van een kind. Vanaf zijn prille jeugd had hij al gesprekken met Jezus, en deze gesprekken – genoteerd in zijn “Colloques” – kunnen zeer ontroerend zijn. De tederheid van de onschuld mengt zich met prachtige openbaringen. Van onthult ons de ongelofelijke nabijheid van Jezus in ons dagelijks leven. Jezus en Thérèse hebben Van dusdanig geleid, dat hij zijn leven is gaan geven voor de priesters en ook met de intentie dat de ongelovigen de weg naar het geloof zouden mogen vinden. Vanuit Zuid-Vietnam, dat geteisterd werd door de dreiging van een Communistische invasie, besloot Van naar Noord-Vietnam te gaan “opdat daar toch iemand zou mogen zijn die de goede God zou kunnen beminnen te midden van de Communisten”. In 1956 werd hij aangehouden, en op 10 juli 1959 stierf hij van honger in een gevangenis ten noorden van Hanoi. Hij was 31 jaar. Lieve Gospa, het is met U dat we deze zomer willen beleven. Zr. Emmanuel |